Geslaagd graanexperiment

WAGENINGEN Ruim een week verbaasden passanten zich over de kleine kudde Veluwse Heideschapen op het Wageningse Westbergveld: de akker van Stichting GraanGeluk bovenop de Wageningse Berg. Wat doen die schapen hier? GraanGeluk-initiatiefnemer Marcel van Silfhout en schaapherder Clemens Oude Groeniger van de schaapskudde Grebbeveld Schapen & Zo leggen uit, dat het een geslaagd experiment is om een oude teeltmethode terug te brengen. 

Clemens Oude Groeniger: “De Veluwe Heideschapen begrazen de Veluwse Kruiprogge, waarbij het mes aan twee kanten snijdt: de schapen en lammeren genieten van het versgroene eiwitrijke rogge en het gewas stoelt beter uit wat een meeropbrengst geeft aan aren.” Tevens is er een lichte bemesting. 

De Veluwse Kruiprogge werd in de jaren zeventig herontdekt door de Wageningse plantkundige Anton Zeven, die het aantrof op de Veluwezoom en het herkende uit de literatuur. Het woord ‘kruipen’ slaat op het uitstoelen door winterbegrazing van wild of schapen. Zeven bracht het naar een zadenbank in het oosten van Duitsland. Graanexpert wijlen Loek Hilgers haalde deze zaden op en gaf eind 2017 zo’n 27 kilo aan Van Silfhout, die het uitzaaide op het Westbergveld. 

In 2018 was er een oogst van 200 kilo, die werd verdeeld over Biljoen bij Velp en wederom het Westbergveld. In 2019 volgde een oogst van zo’n 3000 kilo en kon er streekbrood en bier van worden gemaakt. 

GraanGeluk en Stadsbrouwerij Wageningen wonnen door deze rogge de gouden medaille bij de prestigieuze mondiale Brussels Beer Challenge in de zwaarste categorie beste speciaalbier (onder de 7 procent) in najaar 2020. 

GraanGeluk won in 2022 ook de Europese Arca Deli Award van de Save Foundation, omdat een verdwenen graanras met succes is teruggebracht op de Veluwse zandgronden. Afgelopen december kwam daar nog de landelijke Prijs van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap bij, De Gouden Mispel. 

Via www.graangeluk.nl is een crowdfunding gestart met ‘GraanDelen’. Van Silfhout: “Wageningers kunnen meegenieten en een graantje meepikken.”