Meer water en meer leven in beken

De Renkumse beken krijgen een flinke opknapbeurt. Dankzij het 160.000 euro kostende werk kunnen ze weer probleemloos tien tot twintig jaar mee. Doel van de operatie is meer water in de vier beken te krijgen en daarmee het waterleven te verrijken.

RENKUM - Het probleem van de Molenbeek, Halve Radsbeek en Oliemolenbeek, die overgaat in de Kortenburgsebeek, is dat ze op enkele plekken zo lek zijn als een mandje.

,,De leemlaag is op daar zo slecht dat het water er door kan en in de zandbodem wegzakt”, zegt omgevingsmanager Gerard van Veen van het waterschap Vallei en Veluwe.

Op verschillende hoger gelegen plaatsen in het ruim zes kilometer lange stroomgebied van de beken is de leemlaag nogal dun, waardoor er gemakkelijk lekken ontstaan.

,,Als een beek in de zomer droog valt, kunnen er scheuren in de laag ontstaan of graven muizen en mollen er gaten in.”

Bij de begin deze maand begonnen opknapbeurt worden over een lengte van ongeveer een kilometer de slechte stukken afgegraven. Daarna komt er een nieuwe leemlaag van 20 tot 30 centimeter dikte in. De oude leemlaag is hooguit 5 tot 10 centimeter dik.

Ook laat het waterschap de beken gedeeltelijk baggeren en voorzien van een nieuwe zandlaag op de bodem. Zo kan het water beter stromen. Daarnaast is in de buurt van camping Quadenoord een obstakel aangebracht om mountainbikers die de beek doorwaden tegen te houden.

Het waterschap verbetert en legt ook enkele nieuwe waterverdeelpunten aan, waardoor het mogelijk is om bij een lage waterstand het water in een of twee beken te laten belanden. Waterverdeelpunten zijn afsluitbare buizen die twee beken met elkaar verbinden.

,,Sommige beken zijn vanuit natuuroogpunt belangrijker”, zegt Van Veen. ,,Daar zit meer waterleven in. Het is belangrijk om daar water in te hebben staan.” Overigens heeft er de laatste tijd wel water in de beken gestaan.”

Bij het normale onderhoud van de Renkumse beken spelen groepen vrijwilligers een grote rol. Die maken geregeld de bodem schoon om de doorstroming erin te houden. ,,Binnenkort moeten we samen met hen wat behoudender te werk gaan, daarover gaan we met hen in gesprek”, zegt omgevingsmanager Van Veen van het waterschap Vallei en Veluwe:

,,Het onderhoud willen we namelijk op een natuurlijker manier doen, waarbij meer materiaal op de bodem achterblijft. Waterdieren hebben dat nodig om te kunnen overleven.”